Welkom op de site van Nederlandse en Belgische audiogedichten.
Mp3-files of Mp4-files met uw voorgelezen gedichten kunt u zenden aan Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.. Vermeld uw naam en de tekst van het bijbehorende gedicht.
Kwetsende of aanstootgevende video's worden verwijderd.
Bie mie achter rug zit mien zeuntje,
ik fiets met hom over Staintil,
hai reudelt met zoveul plezaaier
over kikkers en ooievoarsaaier,
potjes kikkerdril, over zien juf dai een potje wil
meertmoand of begun van april.
Ienains holt mien zeuntje zich stiller,
den heur k hou zien stemke wat trilt,
zien fluustern zwelt aan, t wordt aal voller:
"en mamme, wordt mamme al boller?"
mien "kikkerproef" net achter rug juich ik noa Staintil:
"k denk dat ik den ook gruien wil!"
Coby Poelman-Duisterwinkel
Op de wijs van het lied "Ik zou wel eens willen weten" van Jules de Corte
Vertaling
Achter op de fiets
Achter mijn rug zit mijn zoontje,
ik fiets met hem over Steentil,(een brug tussen Aduard en Groningen)
hij kletst met zoveel plezier
over kikkers en ooievaarseieren,
potjes kikkerdril, over zijn juf die een baby wil
in de maand maart of begin april
opeens wordt mijn zoontje wat stiller,
dan hoor ik hoe zijn stemmetje trilt,
zijn gefluister zwelt aan, het klinkt steeds voller
en mamma, wordt mamma al boller?
mijn ‘kikkerproef’ (bij dit thema gekozen i.p.v. zwangerschapstest) net achter de rug juich ik na Steentil:
"ik denk dat ik dan ook groeien wil!"
De buurvrouw, een Hongaarse
heeft het mij geleerd,
zodra er sneeuw gevallen is
je persjes vlijen op het ongerepte.
Zoals vroeger op het gras
de lakens bleekten,
veel wit op weinig groen,
zo liggen daar mijn kleden
tot het wit ze heeft bedekt.
Dan kom ik,
een knipoog naar opzij,
veeg sneeuw tot in de polen
van links naar rechts
en andersom, keer,
laat ze weer ondersneeuwen.
Geklopt, verspreid
op vloerverwarmde tegels
schoon gewreven,
door pluizen
blauw en rood omgeven
liggen ze te drogen
voor mijn knieën,
schone witte doeken
vielen grijzig in de mand.
Hoogpolig, wonderschoon,
vertolken mij
de handgeknoopte kleden
hun zeer oprechte dank.
Uit de bundel "Strijklicht van violen", poëzie bij kunst en literatuur (2013)
Een lied welt
uit mijn binnenste
naar buiten,
geluid zwelt aan.
Hoe kan een mens
zich beter uiten
dan zingend
uit zijn dak te gaan.
Alle vreugde
juicht omhoog
vanwaar het is gekomen,
de zon straalt
in een gouden boog,
knoppen zijn opengesprongen.
Op deze mooie morgen
klinkt in mijn vreugdelied
de lof aan God de Schepper
door Wie ik zo geniet.
Uit de bundel "Verstillend Licht" (2012)